In Nederland worden studies die niet onder de WMO vallen en waarbij de farmaceutische industrie (of andere commerciële opdrachtgever) betrokken is, beoordeeld volgens de DCRF nWMO toetsingsprocedure. Deze route is alleen bedoeld voor onderzoek dat niet onder de WMO valt. Onderzoek dat wel onder de WMO valt wordt immers beoordeeld door een erkende METC. Het is aan de indiener om te beoordelen of het onderzoek wel of niet onder de WMO valt. In de meeste gevallen is dat vrij gemakkelijk vast te stellen en er is een handleiding beschikbaar op de website van de CCMO. Het aanvragen van een nWMO verklaring voorafgaand aan de indiening bij de DCRF is dus NIET noodzakelijk. Bij de beoordeling door de nWMO Adviescommissie wordt namelijk een nWMO verklaring afgegeven. We zien in de praktijk dat een aantal indieners vooraf een nWMO verklaring aanvraagt wat werklast betekent voor de toch al druk bezette METC’s en duurder is voor de indiener die immers voor een niet WMO verklaring moet betalen.

In het toetsingskader staat bij vraag A2 aangegeven dat er in sommige gevallen wel een nWMO verklaring nodig is. Dit is nodig bij onderzoek waarbij er twijfel bestaat of het onderzoek wel of niet onder de WMO valt. In dergelijke uitzonderingsgevallen is het wel handig om vooraf te toetsen of het onderzoek echt niet onder de WMO valt bij een erkende METC. Dit zal echter maar in enkele gevallen noodzakelijk zijn, bijv. bij onderzoeken met extra visites, verrichtingen of bij het invullen van heel veel vragenlijsten gedurende een langere periode.

Meer informatie over indiening en documenten is te vinden op www.nwmostudies.nl